‹ Terug naar overzicht

Interestloos uitstel van betaling: disconto niet aftrekbaar

Als een vennootschap een actief koopt en de betaling spreidt in de tijd, dan zou je verwachten dat ze daarvoor aan de verkoper een rente moet betalen. Als dat niet het geval is, dan bespaart ze dus geld. Dit is het ‘disconto’. De boekhoudkundige waarde van het actief is de aanschaffingsprijs min dit disconto. Maar fiscaal mag je het disconto niet meer aftrekken … met dank aan de hervorming van de vennootschapsbelasting.

Het disconto

Stel vennootschap X koopt een terrein of een gebouw. X betaalt er 1.000 voor, over een periode van 10 jaar. U betaalt voor dit uitstel van betaling geen vergoeding. Boekhoudkundig betaalt u voor het actief dus 1.000. Maar anderzijds bespaart u ook de kost van een lening. Dit 'disconto' mag u aftrekken van de aanschaffingswaarde zoals die boekhoudkundig verschijnt op het actief en tegelijk boekt u het ook op een overlopende rekening van het actief.
Die overlopende rekening gaat u dan in de loop van de afbetaling afboeken door ze in kosten op te nemen. U gebruikt als rentevoet de marktrente zoals die geldt voor dergelijke leningen (looptijd/risico) op het moment waarop de schuld wordt opgenomen in het vermogen van de vennootschap .

U zou kunnen redeneren dat u het gebouw of terrein ook in één keer had kunnen betalen met een lening bij een bank. U had er dan wellicht 950 voor gegeven en 50 interesten aan de bank. Dan zou er boekhoudkundig een aanschaffingswaarde van 950 geweest zijn en een kost van 50. Dat is samen ook 1.000, waarvan 50 aftrekbaar. Nu betaalt u 1.000 ... de impliciete interesten zijn aftrekbaar.

Fiscaal

De fiscus volgt in principe de boekhoudkundige regels tenzij de fiscale wet er uitdrukkelijk van afwijkt. Zoals hierboven omschreven is het disconto een aftrekbare uitgave die fiscaal aanvaard moet worden.

Voor afschrijfbare activa maakt het fiscaal ook niet zoveel uit of het disconto aftrekbaar is of niet. Immers, als het disconto niet aftrekbaar zou zijn, dan zou de afschrijving meer bedragen.
Maar bij niet-afschrijfbare activa (terreinen, aandelen) ligt dit toch wel anders. In ons voorbeeld is de aanschaffingswaarde 950. Bij een verkoop zal een meer- of minderwaarde berekend worden op die 950 terwijl er 1.000 voor betaald was.
In een concreet geval van een aankoop van aandelen zag de fiscus de redenering van de 'impliciete interestberekening' niet zitten (wellicht omwille van het feit dat de vennootschap die de aandelen verkocht ze kort voordien voor dezelfde prijs had gekocht). Ze beschouwde de nominale aankoopprijs als de reële waarde en verwierp de correctie via de overlopende rekening omdat dat niet zou overeenstemmen met het principe van het getrouw beeld van de boekhouding.

Zonder al te veel in detail te gaan: het Hof van Cassatie verwierp de positie van de fiscus. Het principe van het getrouw beeld laat niet toe om te argumenteren dat de aanschaffingswaarde gecorrigeerd moet worden door de aftrek van het disconto te weigeren.

Belastinghervorming

Met de hervorming van de vennootschapsbelasting heeft de fiscus dit Cassatiearrest gewoon buitenspel gezet. Het arrest van het Hof van Cassatie was van maart 2016 en lag dus nog vers in het geheugen...

Specifiek voor de situatie waarbij een disconto geboekt mag worden bij de verwerving van niet-afschrijfbare immateriële of materiële vaste activa of financiële vaste activa, wordt fiscaal de aftrek van het disconto verworpen (weliswaar voor zover de aankoopprijs van het actief lager is dan de werkelijke waarde verhoogd met het disconto). Deze nieuwe bepaling is van toepassing vanaf het aanslagjaar 2021 verbonden aan een belastbaar tijdperk dat ten vroegste aanvangt op 1 januari 2020.

‹ Terug naar overzicht

Nuttige links